2

Alleen naar dansles

Veel dingen in onze maatschappij, zo ontdekte ik ook afgelopen weekend weer, zijn alleen leuk als je ‘samen’ bent. Zaterdagavond was ik bijvoorbeeld op de slotavond van de Heideweek, hier in Ede. Zoals het een dorpsfeestje betaamt, waren Jan en alleman te hoop gelopen om met een biertje in de ene hand en een zachte vrouw in de andere naar wat muziek te luisteren, wat ongemakkelijk heen en weer te hobbelen en op verzoek van een of andere goochem op het podium een sprongetje te maken of een armpje in de lucht te steken.

In die menigte Jannen (en allemannen) stond ik ook. Maar ik voelde me een verstekeling. Laatst zag ik die mooie film ‘Cloud Atlas’ (ook alleen, trouwens). Daarin was een scène te zien van een ontsnapte slaaf die als blinde passagier aan boord van een boot was gestapt, op reis naar een vrij leven. Natuurlijk werd hij ontdekt; gelukkig niet door de boosaardige kapitein, maar door een vriendelijke vrijdenker. Autua was aan de gunsten van zijn nieuwe meester overgeleverd. Over zijn leven beschikte hij niet langer zelf. Hij moest hopen en bidden, zich nederig opstellen en wachten.

Zo stond ik ook op dat plein, zaterdagavond. Als een ontsnapte die hoopte niet op te vallen in de menigte van hossende minnelieden. Ik had een biertje in mijn hand, maar mijn andere was leeg. Niets aan te doen. Een beetje ongemakkelijk wiegde ik soms mee, maar in de schreeuwende afwezigheid van een muze onthield ik me noodgedwongen van springpartijen en potsierlijk wuiven.

Anderhalf uur hield ik het vol. Alleen zijn is een uitdaging als je onder zoveel mensen bent. Het is een vreemde paradox. Misschien zou een assertievere man het opgelost hebben door snel gezelschap te zoeken en zich daarmee te camoufleren. Maar ik niet. Ik was alleen en deed uit alle macht mijn best me niet eenzaam te voelen. Na negentig minuten optimistisch glimlachen en mezelf wijsmaken dat ik het niet erg vond om alleen te zijn, dat ik het zelfs leuk vond, koos ik toch het hazenpad. Stilletjes glipte ik tussen al die Jannen en allemannen uit. Nog een paar keer keek ik achterom, een beetje jaloers op hun zachte kameraadjes, en toen was ik weer alleen. Op de fiets naar huis. Twee handen stevig aan het stuur en geen hand vrij om verdrietig te zijn.

Je zou zeggen dat die wat sombere ervaring, muzikaal opgeluisterd door zulke schamele talenten als Jeroen van der Boom, me zou weerhouden zo’n waagstuk opnieuw te pogen. Maar nee: als mijn motto ‘het leven lacht de goedgeluimden toe’ moet zijn, dan kan ik mij zulk pessimisme natuurlijk niet permitteren. Vol goede moed toog ik vanavond naar de plaatselijke dansschool. Het etablisement heet, och zo toepasselijk, Swingpoint en leek me op grond van zijn naam alleen al een keerpunt in mijn leven te kunnen zijn.

Helaas, helaas: ook dansscholen worden, misschien speciaal voor mij en alle andere alleengaanden, in deze dagen vooral bezocht door Jannen en allemannen met hun zachtvlezige gezellinnen. Daar stond ik dus weer: een verstekeling tussen al die gelukkige aspirant-dansers. Gelukkig vond de dansleraar, letterlijk op het laatste moment, nog een bevallige dansjuf bereid om me op de dansvloer gezelschap te houden. Zonder haar was de avond beslist bitter tot een einde gekomen. Ze was allervriendelijkst en maakte me lief een complimentje hier en daar; was vergevingsgezind waar nodig. Zo kwam ik het halfuur door. Vriendelijk gedag gezegd, en met de belofte van de dansleraar dat hij voor me op zoek zou gaan naar een paar gewillige danspumps reed ik weer naar huis. Twee handen stevig aan het stuur, geen hand vrij om verdrietig te zijn.

2 Reacties

  1. Nu klink je wel erg treurig zeg.

    Misschien moet je eens met Remco naar feestjes gaan. Kunnen jullie samen opzoek naar de vrijgezelle vrouwen met 4 kinderen 🙂 . Hij gaf al aan dat zn hond wel een leuk teefje kon waarderen. Alleen over die danspumps heb ik ernstig mijn twijfels!

  2. Hoe mooi ik je verhaal ook vind, ik hoop toch dat je snel je tanden weer in wat zacht vlees kunt zetten 😉

Geef een reactie