Bomen en struiken trekken in een waas aan me voorbij. De trein derdert door de weilanden tussen Den Haag en Gouda. Het heen en weer schudden van de trein lijkt bedoeld om mij op te porren, om me wakker te schudden. In mijn hoofd is het eigenaardig stil. Is het slechts vermoeidheid, of gaat het dieper: misschien leeft diep in mij de angst dat wakker worden onvermijdelijk tot de conclusie zal leiden dat alles slechts een droom was.
Een Amerikaanse student heeft 75 bijen over de kling gejaagd op zoek naar een antwoord op een voor hem zeer prangende kwestie: waar doet een bijensteek het meest pijn? Wetenschap is breed en vragen waarom je een antwoord op een vraag zoekt is een academische faux pas. Moeten we deze jonge wetenschapper en zijn bijen dankbaar zijn dat we nu eindelijk weten dat een bijensteek bij Michael Smith, geheel contraire zijn eigen verwachtingen, niet het meest zeer doet op zijn penis of scrotum, maar op zijn neusvleugels?
Mijn zucht naar antwoorden wordt steeds kleiner. Niet alleen is die wat gematigd door mijn slaapgebrek, het is structureler. Zoeken naar antwoorden leidt af van wezenlijkere zaken. Soms vraag ik me af of die enorme hang naar antwoorden die mijn verstand lijkt te hebben niet stiekem een afleidingsmanoevre van mijn geest is. Het lijkt wel wat op het uitstelgedrag dat ik aan de dag leg als het om vervelende klusjes gaat. Er staat al een week een afwas op het aanrecht te wachten. Steeds als ik me er bijna toe heb weten te zetten de vaat aan te pakken, blijk ik toch eerst nog iets anders te moeten doen: de plantjes water geven, de tuintafel schoonmaken, een schilderijtje ophangen, de afstandsbediening programmeren.
Ja, ik denk dat zoeken naar antwoorden ook een vorm van uitstelgedrag is. Ik weet alleen nog niet zo goed wat er dan precies uitgesteld wordt. Zeker is dat er altijd meer vragen dan antwoorden zullen zijn en je met de zoektocht naar zekerheden gemakkelijk een leven kunt vullen. En als je het dan echt niet meer weet kun je altijd nog een paar bijen tegen je ‘body of penis, dorsal aspect‘ zich de dood in laten werken. Wat kon Michael niet onder ogen zien, wat wilde hij vermijden dat zo erg was dat hij zich ervoor in de ballen wilde laten prikken?
Het is een intrigerende vraag: wat vermijdt de mens door zijn gedachten steeds met het zoeken naar antwoorden af te leiden? Waarom zijn er duizenden tijdschriften, kranten, websites en tv-programma’s die ons overladen met trivia? Vanwaar die hunkering naar informatie? De vraag is des te intrigerender, omdat je hem eigenlijk niet mag beantwoorden. Want wat zou het cru zijn om te zoeken naar het antwoord op die gekke vraag waarom mensen zo naar antwoorden talen.
Stiekem denk ik overigens dat ik het antwoord wel weet. Althans, ‘weten’ is niet het goede woord. Ergens achter in mijn hoofd of in een klein kamertje van mijn hart, ligt een klein verfrommeld briefje met daarop het antwoord. Ik laat het daar lekker liggen. Ik zoek er verder ook maar niet naar. Het is de moeite niet waard. Je zult zien dat het zo’n briefje is waar niet meer op staat dan ‘wie dit leest is gek’.