0

Het is al 1000 keer gedacht

Een gevoel van weemoed overvalt me als ik me realiseer hoe weinig uniek een mensenleven eigenlijk is. Elk mens worstelt z’n leven lang met problemen, overwint zijn beperkingen en viert zijn overwinningen. Maar al die moeite lijkt nogal zinloos in het licht van de eeuwigheid. Hoevele miljarden mensen zijn ons niet voorgegaan en hoeveel van hen hadden niet precies dezelfde problemen, besognes en beslommeringen? Hun oplossingen waren allicht niet wezenlijk anders dan de onze. Zo jammer dat je de levenservaring van je voorouders niet in je genen meekrijgt. Dat zou zoveel ellende schelen. En het zou voorkomen hebben dat ik deze alinea moest typen. Mijn voorouders hebben dit alles vast ook al 1000 keer gedacht.
 
Maar als ik nu toch bezig ben clichés op te raken, kan ik misschien net zo goed nog even wat onoriginele bespiegelingen over het zelfbedrog dat we dagelijks plegen ophangen. Zelfbedrog. Ik ben er van overtuigd dat we onszelf de hele dag lopen te bedriegen. Ergens las ik eens dat onze geest ons doet geloven dat we heel bewust keuzes maken, terwijl misschien wel 98% van alles wat we denken bewust te hebben besloten eigenlijk alleen de llusie van een bewuste keus is. Ons lichaam, onze geest is doorlopend bezig ons verstand te sussen. Die grote rekenmachine in ons hoofd is veel te slim. Het twijfelt doorlopend aan de gronden van ons bestaan, aan de juistheid van onze gevoelens. Het is dan ook uit louter lijfbehoud dat ons lichaam ons een rad voor ogen draait, ons in roezen en wanen brengt. Alleen zo kan voorkomen worden dat we uit zuiver rationele gronden beslissingen nemen die ons (of onze soort) te gronde zullen richten.
 
Mischien is liefde ook wel zo’n illusie. Misschien is het zelfs wel het beste voorbeeld. Als je keus hebt uit zoveel potentiële partners, de een niet wezenlijk slechter dan de andere, dan is het maar wat fijn dat je lijf over voldoende chemicaliën beschikt om je te doen geloven dat net die ene persoon zoveel bijzonderder is dan de rest. Dat je lichaam zorgt dat je niet meer hoeft te kiezen uit duizenden, maar nog slechts uit een. En dat de keus er dan nog slechts in bestaat je over te geven aan het onvermijdelijke. Jammer genoeg zijn de drugs die ons lijf ons toedient niet erg duurzaam. Naar verloop van tijd werken ze uit, ebt het effect weg. Wat blijft er dan nog over? Gewenning, waarschijnlijk. Of vaak verbazing. "Zoveel keus en dan juist die ene miskleun gekozen hebben."
 
Het is niet erg romantisch om zo te denken. Gelukkig hoef je zo ook niet te denken. Dat verhindert ons lichaam. En we kunnen ons maar beter overgeven aan al die geestverruimende troep die door onze vaten glibbert. Misschien zijn we dan niet erg oorspronkelijk en zijn we als ‘bewust’ wezen een aanfluiting, maar we zijn dan in ieder geval wel gelukkig. Overigens de ironie ten top. Dat ons lijf juist weer stofjes produceert die maken dat we ons gelukkig voelen op het moment dat we ons volledig aan ons eigen inwendige scheikunde-experiment hebben overgegeven…

Geef een reactie