Jetzt geht’s Laos

Lieve vrienden, familie, andere bekenden. Met permissie van de partij en de politie kan ik u mededelen dat we hedenmorgen in de democratische republiek Laos zijn ontvangen. Uiteraard niets dan positieve berichten, fantastische mensen, prachtige bouwwerken. Kortom, let’s cut the crap…

Het valt een klein beetje tegen, eigenlijk. Laos is een prachtig land, maar Savannakhet is niet helemaal de stad die we ons hadden voorgesteld. We zijn gewoon verwend. Na meer dan een maand Vietnam met zijn stuiterende economie zijn we een beetje vergeten dat er ook landen zijn met een iets minder knetterende situatie. Weliswaar zijn we op de brommer in Vietnam best een paar rustige, kleine plaatsjes tegengekomen, maar dat waren geen provinciehoofdsteden. Savannakhet is dat wel.

In deze stad is geen hoogbouw te bekennen. De katholieke kerk steekt met zijn toren dan ook ver boven de rest uit. Dat is mooi. Maar het is stil op straat. Omdat Savannakhet aan de Mekong rivier ligt en die rivier tevens de grens met Thailand markeert, hebben we hier vanaf de oever uitzicht op de Thaise stad aan de overkant. Dat ziet er meer uit als een levendige, rijke stad. Maar ze hebben vast geen barbecues aan de oever.

Nog even terug naar de gebeurtenissen van vandaag en gisteren. Onze hoofdactiviteit gisteren was ontspannen. Dat hebben we gedaan door te genieten van de airco op de hotelkamer, deftig uit eten te gaan en een paar buskaartjes naar Laos te kopen. We hadden van Sylvia, die ons een paar dagen op onze reis vergezelde, horrorverhalen gehoord over haar busreis naar Ninh Binh (ken je die grap van de bus naar Ninh Binh? Die ging niet!). Ze stond midden in de nacht stil langs de snelweg, de bus kapot en de chauffeur op zijn veldbedje. Niet goed. Enfin, wij zijn dus voor een wat luxere bus gegaan, gewoon voor de zekerheid. 18 dollar per persoon. Dat is veel geld.

De bus viel uiteraard wat tegen. We verwachtten iets heel luxe, maar kregen gewoon een mooie Laotiaanse bus. Met airco hoor, maar gewoon net wat anders. Er lagen bijvoorbeeld pompoenen in het bagageruim. Mijn tas kon er maar net bij. De rit duurde wat langer dan verwacht en de afhandeling aan de grens was een beetje stressvol. Geen vriendelijke mensen daar (maar dat wisten we nog van ons vorige bezoek aan Lao Bao) en we konden er makkelijk een hoop dollars kwijt voor visa en stempels.

En dan ons guesthouse: het werd aanbevolen door de Lonely Planet, een jaartje of wat geleden. Het is sfeervol, op zijn eigen Lao manier, maar niet overdreven luxe. De mensen zijn erg vriendelijk (en spreken Engels!) en we hebben zowaar een grote kamer met airco en een warme douche. Over het vogelnest in de raamsponning praten we gewoon niet.

Nu eerst maar eens op zoek naar eten; wat acclimatiseren. Dan terug naar de kamer. Misschien nog een praatje en dan op een oor rustig alle indrukken verwerken. We zijn in Laos en hier gaat het loos! Geen idee nog wat we morgen doen, maar ik vermoed dat we maar eens rustig een dagje op de motorfiets de omgeving gaan verkennen. Maar wie weet wordt het wel iets heel anders. We zijn immers in Laos, het land van de onbegrensde mogelijkheden (de partij leest mee).

Oh, nog een informatiefje: we zitten nu in een Internetcafe. Geen WiFi op onze kamer, natuurlijk. We zullen daarom waarschijnlijk niet elke dag iets van ons laten horen en spaarzaam zijn met de foto’s. Geen zorgen maken dus!