Het gaat niet goed met me. Mijn buik maakt rare geluiden. Toen ik bij het raam stond, voelde ik dat iets verkeerds deed. Veel ruimte om me nog te bedenken had ik niet. Het was de zondeval of de achteruit. Ik heb nog nooit iemand van de praatpaal van de McDo achteruit zien wegrijden, dus ik voelde mij genoodzaakt te comformeren aan wat de maatschappij van me verwachtte. Ik bestelde dus een happymeal. Mijn maag kan kennelijk niet zo goed tegen vet eten. Nu borrelt het daar beneden. Dat kan ook komen doordat ik uitermate ontevreden ben met het cadeautje dat ik in de doos van Donald aantrof. Een raceautootje met lichteffect! Dat wilde ik helemaal niet. Ik kwam daar speciaal voor Roddy de muis. Sid heb ik al, twee keer zelfs, ik wil de muis in het pak!
Overigens was ik net in de bios. Vandaar ook mijn bezoekje aan de McDo na afloop. Dat is zo’n slechte gewoonte waar je niet mee moet breken als je leven je lief is. Gewoontes geef je niet op, gewoontes koester je. Eer die regel en het leven lacht je toe, schend hem en vroeg of laat zal de gewoonte zich tegen je keren en je te gronde richten. Enfin, ik was naar de film met de andere man in pak: James. Tegen mijn verwachting in heb ik erg genoten van de film. Zoveel mannelijkheid in twee uur! Bijna niet te verdragen. Onderweg terug naar mijn auto oefende ik: "De Wit, Michiel de Wit". Ik voelde me klein toen ik het zei en nu ik het herhaal voel me nog nietiger. Wie mij ziet, ziet geen Bond, hij ziet een kleine ondeugd die nooit tegen meer dan zijn tranen heeft gevochten.
Enfin, er is weer een dag voorbij. Ik ga zinnen op iets wat ik kan doen om weer een beetje blij te worden. Misschien zing ik zo onder de douche een liedje voor mezelf of dans ik nog even door de kamer. Misschien lucht dat op…