Gisterochtend werd ik onplezierig verrast door een speeltje van Google, mijn agenda om precies te zijn. Een tijd lang zwoer ik bij papieren agenda’s, teleurgesteld door de electronische alternatieven, maar sinds een jaar is Google mijn huisleverancier voor agendawaren.
Enfin, ik bleek een afspraak bij de GGD te hebben, zo vertelde Google mij, ongeveer een kwartier voor de afspraak. Met wat goede wil en een Arriva bus die op tijd kwam, was ik nog voor negenen op het GGD kantoor. Ik bleek een afspraak te hebben voor een Rabiësinenting en een malaria-advies. Een dure afspraak!
Malariapillen bleken me € 3,60 per stuk te kosten en niet minder dan 50 zouden er in mijn tas mee moeten om niet door malle Ria getroffen te worden. Afschuwelijk duur. Ik voelde me heel schuldig toen ik ze afrekende. Wij, rijke Westerlingen, kunnen dit soort pillen nog wel betalen, maar dat geldt zeker niet voor de mensen die in Malariagebieden leven.
Judica wees me vandaag op een nieuwsbericht: “Patenten Malaria opgeheven.” Nogal toevallig en het bericht onthief me in elk geval van mijn schuldgevoel. Evenzogoed baal ik nog steeds dat ik zo enorm veel geld heb moeten neertellen om, in essentie, niets te krijgen. Nu is het wachten nog tot ook Rabiësinentingen wat minder duur worden: want 180 euro voor 3 inentingen, dat is toch diefstal?