0

Meer dan ik heb

Jarenlang had ik voor mezelf het idee dat het ‘not done’ is om anderen om hulp te vragen. Dat deed ik dus ook niet. Toen mijn vader overleed en ik hulp van een psycholoog kreeg aangeboden, heb ik hem geweigerd. Hulp aanvaarden doet afbreuk aan… Ja, aan wat eigenlijk? Het is een vraag waar ik nog steeds het antwoord niet op weet. Wat verlies je als je iemands hulp aanvaardt? Trots misschien. Maar wat levert trots op behalve een ellendig gevoel in je buik? Misschien is het een soort angst om faalbaar te zijn. Hulp aanvaarden is je eigen onvermogen bekennen. Het is bijna net zoals met nare gedachten: zolang je ze niet opschrijft of uitspreekt, bestaan ze niet.
 
Als je pubers zou moeten illustreren wat de betekenisnuance tussen de koppelwerkwoorden ‘hebben’ en ‘zijn’ is, dan zou het makkelijkste voorbeeld zijn dat wat ik mezelf zo vaak voorhoudt: "Wat ben ik toch een enorme lul!" Ik verwijt mezelf dat best vaak. En het is ook waar. In al mijn grootheidswaan trap ik regelmatig iets kleins en moois kapot. Zo wijs als ik soms denk te zijn, zulke domme dingen roep ik vaak. Zo oud als ik meen dat mijn ziel is, zo infantiel zijn de plannen die ik met enige regelmaat verzin. Net heb ik weer een uur zitten leuteren, op zoek naar het beste ‘plan’ om mijn ‘doelen’ te bereiken. Als er een prijs voor zelfingenomenheid in het leven geroepen wordt, dan lijkt het me terecht dat ze hem naar mij vernoemen…

Geef een reactie