Vijfentwintig dagen onderweg. Judica en ik zijn reizigers geworden. Nog nooit ging ik zo lang op reis. Vanavond luister ik voor het eerst naar muziek op mijn MP3 speler. Ik verveel me niet, er gebeurt altijd wel iets en als er even niets gaande is, is dat met opzet om te rusten.
Buiten schieten landschappen voorbij. Nu donker, eerder nog verlicht door een zon die de afgelopen dag steeds warmer is geworden. We kruisen de kreeftskeerkring en komen in subtropisch gebied. Alles verandert en tegelijkertijd blijft er ook zoveel hetzelfde.
Naast me ligt mijn rugzak. Mijn huis. Inmiddels weet ik de weg in huis. Ik sjouw al meer mee dan toen ik uit Nederland vertrok. Een nieuwe broek uit Peking, ook een paar t-shirts. Onderweg heb ik drie speldjes verzameld, één met het trotse gezicht van de grote Khan, wat sterren en een paleis op rood uit China en een statig gebouw uit Irkutsk. Maar niet alles heeft het gered. Een thermometer moest achterblijven omdat hij rode tranen plengde en mijn bruine afritsbroek heeft onbedoeld een niet-zo-sexy open kruis gekregen.
Het leven was tot nu toe conformtabel. Aankomen, dat levert wat stress op. Je weg zoeken. Waar kunnen we eten kopen? Waar kunnen we ‘s avonds iets bikken? Wat is leuk? Steden zijn dan makkelijk. Nu trekken we door naar Vietnam. Voorlopig mijden we de steden een beetje, want stadsmoe. Maar in steden spreekt men Engels, is alles veilig en eenvoudig. Buiten wordt het handen-en-voetenwerk. We houden ons beeldwoordenboek paraat.
Vanmiddag hebben we kennelijk eendenmaagjes gegeten. Het was wat taai, maar zag er beslist smakelijk uit. Ik dacht aanvankelijk een soort rundvlees op de schotel te hebben zien liggen. We hadden geen idee wat te bestellen en wezen dus maar iets bij iemand aan. Interessante gewaarwording. Het was smakelijk, maar wetende wat het was had ik het nooit besteld. In Vietnam eten ze alles. Vrijwel letterlijk. Sommige diersoorten worden door de Vietnamese eetlust zelfs bedreigd.
Nog een uurtje of drie eer onze trein halt houdt in Nanning. We maken ons klaar om China te verlaten. Vietnam lonkt. Maar weg zijn we nog niet. Reizigers moeten zelf voor hun vervoer zorgen. Hoe komen we in Vietnam? De trein, waarschijnlijk. Maar zijn er niet ook bussen? Misschien is dat wel goedkoper? Hoe lang doet zo’n bus er dan over? Comfort? Toch maar de trein doen dan? 35 dollar is niet veel voor een treinreis. Hoe staat het trouwens met ons dagbudget? Leven we niet te duur? Maar ach, vandaag hebben we maar zes euro uitgegeven, dus dat gaat dan toch wel goed? Allemaal vragen.
Onze Chinese reisgenoot snurkt. Veel mensen snurken. Naarmate mensen dichterbij bij je oor slapen, snurken ze harder. Dat is de regel. Gelukkig heb ik oordopjes bij me. Treinbanken slapen overigens toch niet echt lekker, dus veel slaap mis is door de zagerij eigenlijk niet. Nog een paar liedjes luisteren en dan zelf ook nog even op een oor gaan. Wij zijn reizigers.