0

Situatie in situ

Gisteren was het een gekke, rommelige dag. Een dag die feitelijk al maandag begonnen was in Barneveld. 36 uur lang zijn we van hot naar her gereisd met een combinatie van auto, trein, vliegtuig, bus, roltrap, taxi, lift en Suzuki. Toen ik gisteravond mijn bed eindelijk bereikt had, wist ik van voren niet meer dat ik van achteren leefde. Mijn hoofd tolde (en het was echt niet van het Everest bier) en eenmaal horizontaal te rusten gelegd, ging het lichtje instantaan uit.

Overigens was het gisteren een fastastisch leuke dag. Natuurlijk was het raar om zoveel mensen te ontmoeten die je eigenlijk al wel kent, maar het was meteen ook heel gezellig. We hebben veel gepraat, samen gegeten (lekker!) en veel thee gedronken. De ritjes van en naar het hotel zijn een ware belevenis.

Vandaag werden we door de directeur zelf opgehaald in zijn glimmend blauwe Suzuki. In eerste instantie leek de auto wat klein voor de grote baas, maar na een ritje door Kathmandu was duidelijk waarom hij geen grote Saab had: dat zou niet passen in de kleine kriebelstraatjes van de stad. Ergens op een kruising raakten we in een akkefietje met een motorrijder verzeild. Er werd eerst getoeterd, toen boos gescholden, het raampje opengedraaid, nog meer gescholden en uiteindelijk trapte de boze (maar gehelmde) motorrijder een deuk in het spatbord van de verder zo onberispelijke Suzuki. Kennelijk een tamelijk dagelijkse aangelegenheid…

Het hotel hier is absoluut prachtig. Misschien was het 10 jaar geleden nog mooier, maar het is nog steeds een plaatje. Midden tussen allerlei kleine, morsige, maar oergezellige straatjes vereist ineens een gebouw als een paleis. De portiers (het zijn er meerdere!) begroeten je vriendelijk met een welgemeend ‘Namaste’, terwijl ze daar een plechtig handgebaar bij maken. De man bij de brievenbus lacht vrolijk en de dames bij de receptie lijken niets liever te willen dan ons met hun blik vriendelijk te onthalen.

De hotelkamer is rijk gedecoreerd en de vloer van de badkamer is met marmer betegeld. Het bed is zelfs voor een net gescheiden echtpaar groot genoeg en voor het grote venster zitten altijd minstens 10 duiven olijk te tortelen. Die duiven horen bij de kamer, denk ik. Toen ik gisteren voor het eerst op de kamer kwam, trof ik twee mannen bij het raam. De een hield een emmer vast en de andere was met een ijzer de duivenpoep van de balustrade aan het schrapen. De mannen spraken weinig Engels, maar wisten me met een helder ‘For the pigeons’ alles duidelijk te maken. Huisdieren hebben verzorging nodig, geen spijkers en prikkeldraad.

Morgen hoop ik wat foto’s te maken om de ‘situatie’ hier duidelijker te maken. Het straatbeeld is absoluut fantastisch. Zo nu en dan duikt er tussen het verkeer een verdwaalde koe op. Vanochtend nog rende er een koe voor onze auto langs, zijn baasje haastig erachteraan, grijpend naar het leidsel dat het rund hem had weten te ontfutselen. Naast koetjes en kalfjes lopen de straten hier ook vol met honden, duidelijk minder onder de indruk van al het toeterende verkeer dan ik. Op de stoepen wemelt het van de geïmproviseerde marktkraampjes en plaatselijke vuilnisbelten. Woorden schieten tekort, foto’s zouden het veel beter verklaren kunnen. Morgen misschien…

Geef een reactie