0

Tegenval

“Het plexiglas sputtert hoorbaar tegen. Eigenlijk zou de geleiderail wel een beetje vet kunnen gebruiken. Met wat extra kracht aan de onderkant van het wit plastic handvat geeft de schuifdeur eindelijk mee en ontstaat er een opening groot genoeg voor Paul om de douche te betreden. Op zijn lichaam zijn al kleine waterdruppeltjes te zien. Nog toen hij buiten de cabine stond had het water hem al bereikt. De douche heeft door het lange leidingwerk bijna twee volle minuten nodig om op temperatuur te komen. Door de smalle opening was er in die tijd al wat water ontsnapt, ongetwijfeld aangetrokken door Paul’s onvergelijkbare fysiek. Water heeft ook zo zijn voorkeur.

Een voorkeur overigens die Paul zelf niet goed kon begrijpen. Het aangenaam warme water loopt inmiddels in flauwe straaltjes van zijn schouders af en golft langs de contouren van zijn vlezige aanwezigheid. Zijn rechteroog heeft minder moeite dan het andere om het water in zijn val te volgen. Komend vanaf zijn borst ziet hij het water aan snelheid winnen om vervolgens door het vettige obstakel dat zich de afgelopen jaren op zijn buikspieren had gevormd weer te worden afgeremd. Misnoegend neemt hij wat van het witte vlees tussen de duim en wijsvinger van zijn rechter hand. Het valt hem op dat de massa tussen zijn vingers wat kouder is dan zijn handen. Zeker zo’n 12 centimeter dik is het buikspek in zijn greep.

Ongehinderd door enige overpeinzing van Paul’s zijde kriebelt het water vrolijk verder naar beneden. In een poging zo min mogelijk snelheidsverlies te lijden van de witte vleesheuvel kronkelt het douchewater voorzichtig links en rechts langs de massa. Als gevolg daarvan blijft Paul’s navel bijna volledig droog. Paul steekt zijn inmiddels behoorlijk nat geworden rechter vinger demonstratief in het gat; nu is ook dat nat.

Paul’s blik volgt het glijdende water. Van waar hij weet dat zijn lies zich bevindt – zien kan hij die streek al een paar jaar niet meer – meandert het water zijn bovenbeen op. Een van de stralen splitst zich zowaar op in wel vier verschillende stroompjes. Het is niet duidelijk wat het water doet besluiten zich te splitsen; hoe het kiest zich daar te splitsen waar het zich spitst. Plagerig prikt hij met een vinger midden in de waterstraal. Macht!

Het bestaan van Paul is al jaren niet zo spannend meer. Paul is geen domme man. Hij kent zichzelf goed. Het gevoel van macht, hoe klein ook, dat het omleiden van zo’n onbeduidend waterstroompje hem geeft valt hem al snel op. Treurig voelt hij zich erbij. Dat een man – een belofte! – als hij nu toch zijn machtsgevoel moet putten uit kinderspel onder de douche.

Door gewoonte gedreven grijpt Paul naar de douchegel. Hij klikt het dekseltje open, bezeert daarbij een nagel, vult een hand met grauwblauwe douchegel en plaatst de fles terug in het rek. Te laat realiseert hij zich dat hij – alweer! – is vergeten de fles te sluiten. Met een onhandig gebaar sluit hij eenklaps de fles en morst hij een groot deel van de douchegel uit zijn hand op de vloer. Een deel ervan is op zijn rechter voet terechtgekomen. Hij probeert het goedje van zijn voet op zijn linker kuit te wrijven. Hij is een zuinig mens.

Het ritueel van inwrijven stoort hem. Terwijl hij met zijn handen langs de onnatuurlijke vormen van zijn kolos glijdt, vervullen hem gevoelens van walging en teleurstelling. Het vlees onder zijn handen getuigt van zijn karakterfouten. Een zoetekauw zonder ruggengraat, dat is wat hij voelt. Een lichaam zonder beweegdrift. Haastig maakt hij zijn ritueel af en grijpt naar de douchekop. De douchekop komt makkelijk uit de houder van de wandrail, maar laat het niet na een plagerige waterstraal in Paul’s linkeroog te doen belanden. Verdomme! Toch al niet zijn beste oog.

Bijna volledig op de automatische piloot spoelt Paul het sop van zijn grote frustratie. Herinneringen spelen zich af voor zijn goede oog. Verwachtingen uit zijn jeugd. Beelden van de man die hij zou worden. Het sop hoopt zich op bij het afvoerputje en laat zich er langzaam in zuigen. Ongeduldig hangt Paul de douchekop terug en rukt hij aan de deur. Het plexiglas is nog even ongenaakbaar. Als ver onweer dondert het paneel van de deur terwijl het open schuift. Met de handdoek die op zijn vaste plek gehangen zich makkelijk laat grijpen veegt Paul zijn lei weer schoon. Snel kleedt hij zich weer aan en hij vermijdt daarbij de spiegel zorgvuldig.”

Geef een reactie