Alweer de tweede zondag van de vakantie en hij is bijna voorbij. De zondag, maar ook de vakantie. Het gaat jammer genoeg allemaal zo snel. Gewenning is daarin de schuldige factor. Na een paar dagen vakantie kom je in een ritme. Een ritme dat niet eens zo gek veel verschilt van het doorsnee ritueel thuis. En dat ritme, die gewenning, die voeren stilaan het tempo van de vakantie op.
Het is alweer dagen geleden dat ik voor het eerst op een plank stond. Surfen ging me lang niet slecht af, vond ik. Ik hield mijn evenwicht vrij aardig en pakte zowaar wat wind. De tweede dag op het wankele bord verliep echter minder fortuinlijk. Weggedreven door de wind, trof ik mezelf aan, wiebelend op een surfboard temidden van wat een groep maffiose kwallen leek. Paranoia natuurlijk, want meer dan een blauw doorzichtig vriendje kan het niet geweest zijn. Evengoed voldoende reden voor mij om bevend de conrtrole over het zeil te verliezen en al zwaaiend met mijn armen te water te raken. Alarmbellen begonnen te rinkelen en met de moed der wanhoop hees ik me zo snel mogelijk op het zeil. Op het zeil? Ja, dat was een dure vergissing. Later nam ik een surfles om te leren dat enkel de plank het gewicht van een surfer kan houden. Het zeildoek is fragiel en is evenmin tegen windkracht tien bestand als tegen het gewicht van mijn bronzende gestalte.
Pas toen ik van de schrik bekomen was en, eenmaal terug op de plank, probeerde het zeil weer op te heisen, viel me op hoe er water door het zeil seipelde. Of liever, gutste. Een van de naden had het onder mijn angst begeven en was veranderd in een groeiende scheur.
De Don, zo noemden wij de surfbaas, was not amused, maar drong niet aan op een schadevergoeding. Zeventig Leva, de helft in euro’s kostte het zeil. Teveel om ons de volgende dag weer een plank te lenen, vond de Don. Pas na veel aandringen en wat geveinsde juridische know-how, gaf hij met tegenzin een van zijn zeilen mee. Beleefd werd naar onze verblijfsduur gevraagd, om na een eerlijk antwoord van onze zijde erop te wijzen dat hij dan mogelijk niet over genoeg zeilen beschikte.
Uiteraard heb ik daarna geen zeilen meer verwoest. Het surfen ging alleen wel merkbaar minder gemakkelijk. Misschien slechte karma of een vloek van de Don?