0

Verloren

Verloren ben ik. Verloren in mijn eigen ingewikkelde doolhof van gedachten en verwachtingen en hoop. Als ik geloof in lot, wat geloof ik dan? Dat alles goed zal komen? Of alleen dat alles zin heeft. Maar zin voor wie? Zin in wat?

Ik heb lekker gezwommen. Rotdag op werk gehad. Het begon met mijn wekker. Die heb ik vanochtend kennelijk zonder het te weten twee uur vooruit gezet. Resultaat: verslapen. Ik werd wakker met de gedachte dat het 11 uur was! In gedachten hoorde ik mijn baas al brommen. En hoorde ik mezelf in allerlei bochten wringen om het goed te praten. Niet boos zijn baas, ik meen het niet kwaad…

Pas na een kwartier keek ik op een andere klok en ontdekte ik dat het pas net negen uur geweest was. Nog steeds te laat, maar nog wel goed te praten. Eenmaal op mijn werk nodigde baas me uit voor een kopje ’thee’. Ik drink geen thee. ‘Thee’ is kennelijk jargon voor een reprimande. "Het gaat niet goed he, Michiel?", informeerde baas vriendelijk. Het gaat inderdaad niet goed. Ik ben hopeloos verloren in mijn doolhof van hoop, verwachting en desolate, ontkende verliefdheid. Waarschijnlijk heb ik iets anders geantwoord.

Vijf minuten later kreeg ik een e-mailtje. Wederom van baas. Hij reageerde op een bericht dat ik naar een collega gestuurd had. Omdat baas in het mailtje genoemd werd, heb ik hem een afschrift doen toekomen. "Niet zo wollig", beet baas me toe. Mijn taalgebruik was kennelijk te ‘wollig’. Prima. Het gaat dus niet goed met me en ik praat wollig. Misschien heb ik een enge ziekte? Verander ik langzaam in een stijf en krakkemikkig schaap. Ik zal me eens scheren.

Ze krijgt morgen ‘bezoek’. Leuk voor haar. Ik ga morgen naar de film. Misschien. Eigenlijk heb ik geen zin. Rotfilm. Ik heb zin om een maand van de aardbodem te verdwijnen. Na die retraîte kom ik dan terug en zie ik wat mijn lichaam en onbewuste verstand van mijn leven gemaakt heeft. Misschien tref ik het wel aan als het net in een woeste vrijpartij verwikkeld is. Of terwijl het zijn hoofd buigt en staart naar de dobber die het leven is. Misschien is het er na een maand niet meer. Dat het van eenzaamheid is vergaan. Dat het niet zonder mij kon.

Ik wil iets leuks. Of uitzicht op iets leuks. Of in ieder geval het gevoel dat er iets leuks zou kunnen komen. In plaats van die domper. Het gevoel dat er iets leuks had kunnen komen. Dat er uitzicht op iets leuks had kunnen zijn. Dat ik leuk verspeeld heb.

Vanavond ben ik zwaar op de hand. Misschien komt dat door al het lichtzinnig drijven in het zwembad vanavond. Heb ik mijn hoofd op hol laten brengen door klotsend water en hormonen. Maar beter zwijgen…

Geef een reactie