Gisteren heb ik twee uur in de file gestaan. Een kwartier is ongeveer mijn kritieke grens. Daarna ga ik over de rooie. File haalt hele slechte dingen in me boven. Zo ontspannen als ik was na mijn massage afgelopen maandag, zo intens verkrampt was ik gisteren. Woedend was ik. Ziedend! Maar net zo min als boos worden op een file redelijk is, is een file zelf redelijk. Ik vraag me nog altijd af of een paar eenvoudige en verstandige ingrepen fileleed niet aanzienlijk zouden kunnen verminderen. Wel ironisch dat juist ik, die zo emotioneel reageer op opstoppingen, een rationele oplossing voorstel…
Hoeveel mensen er in zo’n file niet ‘filesurfen’ is echt ongelofelijk. Van links naar rechts schieten ze, in de hoop sneller thuis te komen. Dezelfde mensen kom je een kwartier later vervolgens weer naast je tegen. Ze schieten er niks mee op, maar ze ontregelen wel het verkeer. Normale mensen rijden op één baan tegelijk, maar als je oversteekt naar een andere baan, neem je er tijdelijk twee in beslag. Heel asociaal eigenlijk.
Ik zou willen dat ik een wachter was. Het lijkt me geweldig om uren te kunnen wachten zonder ongeduldig te worden. Maar na 5 minuten begint het al. De onrust. Alsof ik bang ben dat ik door het wachten de kostbaarste minuten van mijn leven mis zou kunnen lopen. Misschien is dat ook wel zo. Met een beetje meer geduld, rust en kalmte had mijn leven er beslist anders uitgezien. Misschien had ik dan vanochtend niet alleen in mijn bed wakker hoeven worden, maar in de ogen van een zoete droom gekeken. Ongeduld wordt met eenzaamheid beloond…