Voor de tweede keer in ons leven werden we vanochtend wakker in Dalat. De kronkelige vertrekken van het Crazy House gloeiden nog na op onze netvliezen. De motorrit van gisteren heeft veel mooie indrukken achtergelaten. Het was de tweede keer dat we in Vietnam vanaf een motor het landschap hadden bewonderd en het smaakt zeker naar meer. Maar omdat een wereldreis niet alleen maar over mooie uitzichten en fraaie ritten kan gaan (laat staan gek vormgegeven hotels), moesten we er vanochtend toch weer aan geloven: budgetteren. Al drie weken hadden we die listige klus laten liggen en het was dan ook hoog tijd. Hoe gaat het met de centen? Komen we wel uit? Hoe lang redden we het.
Een ochtend lang hebben Judica en ik achter de computer gezeten en in Excel vernuftige berekeningen uitgevoerd. De conclusie was gematigd positief: het gaat nog goed, maar we zitten niet zo goed in de slappe was als gehoopt. Gelukkig is een ochtend lang budgetteren op je hotelkamer een hele goedkope activiteit, dus onze eerste besparing was alweer gerealiseerd.
Zonder lunch – alleen het prima ontbijt van ons hotel had onze magen weten te bereiken – lieten we ons beneden in de lobby verleiden tot een derde motorritje. De prijs verbaasde ons: voor 3 dollar mochten de motorscooters de rest van de middag gebruiken; een van de fietsen zat nota bene nog vol met benzine. Een interessante rit volgde. Judica had nog nooit op een semi-automaat gereden en moest in het begin behoorlijk wennen. Ik was al gewend van het vorige ritje in Hoi An. Een ander probleem was het gebrek van een goede wegenkaart. Maar gewapend met wat herinneringen van de tocht met de easy-riders kwamen we toch een heel eind. Zo’n 40 kilometer Vietnamese wegen maakten we soldaat. Mooi en erg inspirerend.
Een van de vragen die zich voordeed, terwijl kassen en valleien aan ons voorbij trokken, was hoe lang we nog in Vietnam zouden willen blijven. Volgens onze oorspronkelijke plannen zou het einde onderhand in zicht moeten zijn, maar een afzakkertje naar Saigon ligt nog in het verschiet en ook Hué wilden we nog eens aandoen. Lang puzzelen (ook dat is een goedkope bezigheid) volgde, met als uiteindelijke conclusie: we moeten maar wat langer in Zuid-Oost Azië blijven. Het wordt waarschijnlijk een maandje langer. Anders missen we gewoonweg teveel van al het goede. En ach, het leven is hier ook zo goedkoop! Nog maar even zien waar we die maand vandaan gaan toveren (want tijd is nu eenmaal niet te koop), maar in het kader van ons doel vooral te leren flexibeler in het leven te staan, is dit zeker een goede les. We gaan nog niet naar huis, nog lang niet!